naar Nieuwsarchief
Chemiesector wil convenant over stoffenbeleid
De chemische industrie staat vierkant achter de plannen van de Europese Unie om de risico’s van gebruikte stoffen zoveel mogelijk te beperken. Maar Nederland moet daarbij niet al te ver voorop gaan lopen. Geschrokken is men wel bij de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) toen milieuminister Jan Pronk eerder deze maand de brandvervanger FR- 728 in de ban deed. Het chemiebedrijf Broomchemie in Terneuzen mag de stof niet gaan produceren. Het lijkt een voorproefje van wat de chemiesector de komende jaren nog te wachten staat als gevolg van het zogenoemde SOMS-programma: Strategie Omgaan Met Stoffen. Via SOMS moeten de risico’s van stoffen die in de industrie en in consumenten-producten worden gebruikt binnen één generatie tot vrijwel nul zijn teruggebracht. De kabinetsplannen zijn de Nederlandse variant op een soortgelijk initiatief van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft haar plannen om de risico’s van stoffen in kaart te brengen, en vervolgens te beheersen vorig jaar gepresenteerd in een zogeheten witboek. Dat is inmiddels behandeld in het Europees Parlement dat het witboek met een serie amendementen weer heeft teruggestuurd naar de Commissie. Het wachten is op de reactie van de Commissie en dat kan nog wel even duren. Het gaat nog een jaar of twee duren voor er Europese regelgeving op dit punt klaar is. Nederland, met milieuminister Pronk voorop, wil sneller. Tegen het einde van dit jaar moet de chemiesector via een snelle analyse van alle stoffen die worden gebruikt een ‘stofprofiel’ hebben gemaakt. Op basis van die profielen deelt een stoffenbureau de stoffen in vier risicocategorieën in. Dat wordt nog een klus want het gaat om 30.000 stoffen.
Bron: Financieel Dagblad
|